Data: donderdag 14 maart 2024 of donderdag 21 maart 2024
Luik draagt de bijnaam ‘cité ardente’. Deze naam moet je breed interpreteren: letterlijk vurig, maar ook temperamentvol, heftig, warm, en hartstochtelijk. Karel de Stoute laat in de 15de eeuw de bloeiende stad letterlijk platbranden, het vuur woedt dagenlang. Maar ook de Luikenaars zelf kennen er iets van; ontevreden Luikse ambachtslui steken in 1312 de kerk Saint-Martin in de fik, samen met de tweehonderd edelen die er in schuilen. Luikenaars laten niet met zich sollen. Meer dan één prins-bisschop zoekt zijn heil buiten de stad omwille van conflicten met de Luikse ambachten, de adel, de burgerij of zelfs met zijn eigen kapittel van kanunniken. Luikenaars kennen ook iets van feesten, uitgaan en eten, waarbij gastvrijheid belangrijk is.
Luik – Prins-bisschoppelijk paleis
Luik wordt vaak vereenzelvigd met een grauwe teloorgegane industriestad. Maar dat geldt niet voor het historisch centrum, integendeel. Negen eeuwen, tot in 1796, regeren prins-bisschoppen de stad. Met wisselend succes weten ze een kapitaalkrachtige stad op te bouwen waarbij ook de kunsten floreren. Hun nalatenschap, samen met die van de zelfbewuste Luikse adel en burgerij, is enorm.
We starten onze trip met een korte toelichting in de bus. Luik ligt in Wallonië maar is toch zeer verbonden met onze regio. Al van bij de start is het graafschap Loon, zeg maar de huidige provincie Limburg, sterk gelieerd aan het Prinsbisdom Luik. In de 14de eeuw werd het graafschap Loon opgenomen in het Prinsbisdom Luik, en blijft Luiks tot aan de Franse Tijd. Meer dan één prins-bisschop verkiest tijdens zijn regeerperiode Kuringen als zomerresidentie (Prinsenhof).
Bij onze aankomst worden we onthaald met koffie en gebak in de historische Halle aux Viandes en vervolgens gaan we op pad met een Nederlandstalige gids voor een bezoek aan de historische oude stad met zijn imposant prins-bisschoppelijk paleis en talloze kerken en kloosters. Er is een oud Luiks gezegde: “Liège est inondé de moines…”. Maar naast de monniken zijn er ook talloze kanunniken die een inkomen krijgen via hun kapittelkerk. Zij laten eeuwen later een zevental voormalige kapittelkerken en hun kunstvoorwerpen na. De imposante kathedraal Saint-Paul is er eentje van. Ze staat zeker op ons bezoeklijstje.
Luik – Kathedraal Saint-Paul
De lunch houden we in de schaduw van het Luikse perron in As Ouhès - een klassiek Luiks restaurant- waar we een typisch Luiks gerecht nuttigen. Voor vegetariërs is een alternatief voorzien.
In de namiddag trekken we naar het museum Grand Curtius. Jan Curtius ofwel Jean de Corte was een gerenommeerde Luikse wapenhandelaar, eind 16de- begin 17de eeuw. Zijn schitterende en imposante woning aan de Quai de Maestricht, samen met het 18de-eeuwse stadspaleis ‘Hôtel de Hayme de Bomal’, huisvest het meest prestigieuze museum van Luik. Met een Nederlandstalige gids met kunsthistorische achtergrond verkennen we de gebouwen en het museum. De collectie omvat veel meer dan alleen maar wapens: het museum herbergt een uitgebreide archeologische collectie, een fascinerende kunstcollectie en bijzondere kerkelijke kunst.
Luik – Grand Curtius
Als afsluiter voorzien we nog even vrije tijd om in de historische straatjes rond te neuzen en een winkeltje of een bijzondere oude gevel te ontdekken.