PROFESSOR DR. LEEN POPLEU - EM. PROFESSOR DR.LINDA VANORMELINGEN - UNIVERSITEIT HASSELT
In deze duo lezing worden heden en verleden naadloos aan elkaar gekoppeld. In de moderne geneeskunde vormt de kennis van de menselijke anatomie een essentieel basisonderdeel voor een wetenschappelijk gefundeerde vorm van medisch denken en handelen. Denk maar aan de uiterst gedetailleerde weergave van anatomie en pathologie in de medische beeldvorming en de 'sleutelgatoperaties’. Nochtans was dat lang niet het geval. Vanaf de oudheid was er wel een soort van nieuwsgierige belangstelling voor de bouw van het menselijk lichaam. Getuige hiervan zijn de vele eponiemen in de anatomische terminologie die verwijzen naar onderzoekers uit de oudheid. Maar voor de beoefening van het medische beroep vormde deze kennis geen essentie. Tijdens het vernieuwde onderzoeksklimaat van de Renaissance was er de enorme verdienste van onze Andreas Vesalius die voor het eerst systematische dissecties op menselijke lichamen uitvoerde en alle structuren benoemde. Nochtans werd deze kennis niet per definitie opgenomen in de opleiding van artsen. De sappentheorie uit het oude Griekenland bleef tot in de late 18de-begin 19de eeuw de geneeskunde domineren.
In het eerste gedeelte van de lezing neemt Linda Vanormelingen je mee op de reis die de anatomische kennis moest afleggen om – niet zonder moeite – een plaatsje in de medische opleiding te veroveren. En dit tot op het moment dat studenten geneeskunde zelf aan de slag mochten in de snijzaal. In het tweede deel van de lezing wordt ingegaan op wat er anno 2025 gebeurt met je lichaam wanneer je het afstaat aan de wetenschap. Hierbij worden een aantal actuele vragen belicht.
Hoe belangrijk zijn lichaamsdonoren nog in het digitale en virtuele tijdperk? Wat is het verschil tussen lichaamsdonatie en orgaandonatie? Hoe word je lichaamsdonor? Komt je lichaam dan aan UHasselt terecht? Is een lichaam balsemen anders dan het plastineren ervan? Wie kan zijn lichaam doneren? Hoe wordt in het onderwijs gebruikgemaakt van lichaamsdonoren? Welke zorg is er nodig voor anatomische preparaten en lichamen? Hoe lang is een lichaam bruikbaar in het anatomisch onderwijs? Welk type wetenschappelijk onderzoek gebeurt er op lichamen? Hoe kunnen ook chirurgen in opleiding leren van lichaamsdonoren? Wat gebeurt er met het lichaam nadat het gebruikt werd in het onderwijs?
Prof. dr. Linda Vanormelingen behaalde het diploma genees-, heel- en verloskunde aan de KULeuven in 1978. Na een jaar opleiding dermatologie aan de RWTH Aachen en een jaar plastische heelkunde aan het Tygerberg Hospital (Universiteit Stellenbosch in Zuid-Afrika) startte zij haar loopbaan aan de UHasselt, als assistent op de afdeling anatomie. In 1997 behaalde zij een doctoraat in de Medische Wetenschappen. Zij leverde een actieve bijdrage aan een aantal curriculumhervormingen. Haar emeritaat begon officieel in 2016, maar zij bleef nog twee jaar als emeritus met opdracht aan de slag. Momenteel verwelkomt zij geïnteresseerde bezoekers in het Orgaanmuseum op deze campus.
Prof. dr. Leen Popleu studeerde geneeskunde aan de KU Leuven en werkte jarenlang als huisarts. De zorg voor patiënten combineerde ze met haar onderwijspassie door anatomie onderwijs voor verpleeg- en vroedkundestudenten aan de UCLL te Leuven. Langs een pad van toevalligheden startte ze in 2010 aan de UHasselt als praktijkassistent anatomie in 2010 en kreeg ze enkele jaren later de mogelijkheid om de professoren L. Vanormelingen en M. Vandersteen op te volgen. Sinds 2020 is ze ook voorzitter van het onderwijsteam van de opleiding geneeskunde. Patiënt gecentreerd denken en handelen, multi-en interprofessioneel werken en inzet op professionele vaardigheden binnen een uniek onderwijsmodel, zijn belangrijke accenten in de vernieuwde opleiding geneeskunde. Daarbij moet de arts van de toekomst een echte medische expert blijven, waardoor aandacht voor basiswetenschappen zoals anatomie hoog blijft. Vanuit die positie zet zij zich met een heel team in om het anatomisch onderwijs op een kwaliteitsvolle en interactieve manier te verzorgen.